§ 6.3 OP NAAR JE EIGEN PROJECT III

PLATFORM DOCUMENTAIRE FOTOGRAFIE

Kies zelf, liefst zonder keuzestress

In deze paragraaf hebben we het over enkele beeldstijlen die anderen gebruiken in hun projecten, mogelijk ter inspiratie voor je eigen project. In het tweede deel stel ik fotograaf Gerrit Korn een aantal vragen over zijn project WO-I.

Mijn stelling is dat een gekozen beeldstijl past bij je thema maar vooral ook bij wie je bent. Foto’s van de ‘dromers’ -dat is zeker niet negatief bedoeld- onder ons, zien er meestal anders uit dan de foto’s van mensen die er een rationeel gestructureerd denkpatroon op na houden. En een thema waarin verdriet een belangrijke rol speelt, zal vaak in een andere beeldstijl gepresenteerd worden als de feestjes van een studentenvereniging.

Ik presenteer enkele beeldstijlen als voorbeelden en geef aan wat de belangrijkste kernpunten van die beeldstijl zijn met eventuele nevenaspecten. Zie het zeker niet als ‘zo moet het’. Het is meer ‘zo kan het’ ter inspiratie en ter overdenking bij de keuze hoe jij je eigen project vorm wilt geven.

Op pagina 5 van de ‘handleiding van Marc Prüst’ (de handleiding die we in grote lijn volgen bij het opzetten van je eigen project) staat een lijstje van de verschillende vormen van visuele verhalen. Zie de voorbeelden van beeldstijlen in deze paragraaf in samenhang met het onderstaande lijstje van Prüst bij de keuze van jouw vertelvorm.

Verschillende vormen van visuele verhalen [het lijstje uit de handleiding van Marc Prüst]

Visueel dagboek: een persoonlijk verhaal waarin beeld vaak gecombineerd wordt met zelf- geschreven teksten vanuit een persoonlijk perspectief

Portfolio: een verzameling beelden in een consistente stijl over één specifiek onderwerp waarbij elk beeld een deel van dat onderwerp belicht.

Narratief: een serie beelden met een duidelijk begin en einde, die toewerkt naar een verhalende climax.

Typologie: een serie beelden over een sterk gelijkend onderwerp waarin de visuele constructie van de beelden vrijwel identiek is, maar het gefotografeerde object steeds een ander is.

Continu verhaal: een serie beelden over een specifiek onderwerp waarbij de visuele stijl minder consistent hoeft te zijn, maar waarbij elk beeld een visuele climax is.

Fotografisch essay: een beeld- verhaal waarin de esthetiek van de opmaak op de pagina in combinatie met de diversiteit aan visuele standpunten leidend is. Vaak gebruikt in kranten en tijdschriften.

De beeldstijlen die aan bod komen

  • de anekdotische
  • narratief
  • beeldrijm
  • filmisch
  • essay

De anekdotische beeldstijl

Als 17-jarige bedreef fotograaf Peter de Krom zelf een hok in het Westland, compleet met lichtshow en ruimte voor 108 flesjes bier in de koelkast. Tien jaar later keerde hij terug naar de hokkencultuur van zijn jeugd. Ondanks het verschil in leeftijd was Peter de Krom meer dan welkom bij ‘De Zuipkar’, ‘’t Flessie’ en ‘Het Tapvat’. Hij zag dat de hokkencultuur om meer draait dan bier drinken. | Foto’s © Peter de Krom

Vaak voorkomende kenmerken van de anekdotische beeldstijl zijn:

  • verhalend (elke foto vertelt iets | context in het beeld aanwezig)
  • de gebeurtenis is belangrijk … laten zien (beslissende moment aspect)
  • waarover het gaat staat op de foto (het gebeurt binnen het kader)
  • het inhoudelijk belangrijkste is specifiek in beeld gebracht (compositie aspect)
  • er is een duidelijke tweede laag (het punctum of de ‘steek’: de bedoelde betekenis die je ervaart)

Bovendien vaak ….

  • frontaal gefotografeerd
  • scherp
  • in harmonie / harmonisch beeld (vaak van belang voor het beslissende moment)
  • centraal in beeld

De narratieve beeldstijl

Minamata | © W.Eugene Smith | W. Eugene Smith Herdenkingsfonds

Vaak voorkomende kenmerken van de narratieve beeldstijl zijn:

  • de fotograaf vertelt vanuit een bijzonder/specifiek perspectief
  • meer feitelijk dan suggestief (de foto oogt objectief en is informerend van aard)
  • inhoudelijke verbanden tussen beelden (daarmee het verhaal vertellend)
  • de presentatie (o.a. volgorde) ten dienste van de inhoud

Bovendien vaak ….

  • situaties met een sociale impact
  • dramatisering (de toevoeging bij de objectieve informatie)
  • emotionalisering (door close ups en door deelaspecten te benadrukken om het geheel onder de aandacht te brengen)
  • krijgt gestalte vanuit een concreet denkproces
  • dient een doel (zie de serie hierboven van Eugene Smith)
  • aandacht voor vergroting inlevingsvermogen van de kijker
Enkele foto’s uit de serie Charleroi | © Stephen Vanfleteren

Beeldrijm

Beeldrijm heeft alles te maken met herhalingen en overeenkomsten in de foto of foto’s. In een reeks foto’s, een documentaire, zal dat dus veelal tussen de foto’s in een serie gebeuren. De herhalingen en overeenkomsten manifesteren zich zowel op het inhoudelijke vlak als qua vormaspecten zoals ritme, textuur of dwingende compositie. We hebben al eerder gezien dat in een typologische serie er vaak sprake is van grote overeenkomsten in de vorm én de inhoud.

Beeldrijm in een aantal foto’s van Felix Lupa (straatfotograaf ….. het dagelijks leven) | © Felix Lupa

Vaak voorkomende kenmerken van Beeldrijm zijn:

  • beeldobjecten hebben een overeenkomst in de reeks foto’s
  • er is een associatie tussen de foto’s in een reeks

Bovendien kan er sprake zijn van een conceptuele inhoudelijke aanpak (zie de serie hieronder van Marloes van Doorn).

IK HOU VAN KULDIGA | © Marloes van Doorn
“Toen ik in Kuldiga (Letland) aankwam, wilde ik heel graag contact maken met de bewoners. Ik spreek geen Lets, maar met een klein briefje wil ik mensen uitnodigen om mee te werken aan dit knuffelproject. Sommige mensen begonnen te lachen, anderen werden erg emotioneel. Ik was diep ontroerd dat het mogelijk is om in korte tijd zo’n sterke verbinding te voelen zonder zelfs maar te praten.

Marloes van Doorn Als ik deze lessencyclus maak, leven we in coronatijd waarin knuffelen ‘not-done’ is. Dat is één van de redenen dat ik dit een bijzonder fijne serie vind. Het is ook een serie -ongeacht in welke tijd we leven- om echt vrolijk van te worden. En voor de filosofen onder de fotografen zou ik -weliswaar met een knipoog- willen vragen wat medemenselijkheid onderscheidt van ware liefde? Neem zeker een kijkje op de website van Marloes van Doorn [documentaire fotograaf, afgestudeerd aan de Academie St. Joost in Breda] voor nog meer prachtige series.

Filmische beeldstijl

voorbeeld filmische beeldstijl in een aantal foto’s uit het werk van Antoine d’Agata | © Antoine d’Agata

Vaak voorkomende kenmerken van de filmische beeldstijl zijn:

  • suggestie van het moment (er gebeurt iets of er gaat iets gebeuren of er is iets gebeurd)
  • de betekenis van het beeld blijft niet beperkt tot wat je ziet (een ‘enigszins’ open kader)
  • de verhaallijn in de serie kan lineair zijn maar ook fragmentarisch associatief
  • de ‘boodschap’ haal je niet uit één foto, maar ontstaat gedurende het bekijken van de serie

Bovendien vaak …

  • de beeldelementen zoals onder andere (on)scherpte, scherptediepte, kleurcontrasten (of juist zwart-wit verhoudingen) spelen een rol
  • het licht (soort en/of lichtvoering) is bijzonder (van dramatisch ‘zwaar’ tot idyllisch ‘licht’)
foto uit de serie I’ll fly with you | © Anneloes Pabbruwee

De in 2015 aan de Fotoacademie in Amsterdam afgestudeerde fotograaf Anneloes Pabbruwee hanteert in veel van haar seriematig werk een filmische beeldstijl. Kijk maar eens naar haar fotografie onder het menu series op haar website.

Tot zover de beeldstijlen. Als het goed is ben je volop bezig met je project. Contacten leggen, fotograferen, proefdrukjes maken, enzevoorts. De volgende paragraaf zal het gaan over het kiezen van foto’s. Editen van je werk is een van de meest lastige dingen. Je bent aan veel van je beelden verknocht en waarom neem je de ene foto wel op in een serie en de andere niet. Enfin, daarover de volgende keer iets meer. En nogmaals voor feedback kun je desgewenst je werk naar me toe sturen.

FOTOGRAAF IN BEELD

Gerrit Korn over WO-I

de cover van het boek ‘het grote sterven’

het groote sterven

emoties voelen

verleden tijd

Het begin

Mijn eerste vraag betrof of ik emoties zou kunnen voelen in de omgeving waar in het verre verleden een hevige strijd had gewoed. De eerste wereldoorlog kende ik slecht. Achteraf verbaast het me hoeveel we op school leerden over WO-II t.o.v. hetgeen over de eerste wereldoorlog werd verteld. Het viel mij bovendien op hoe weinig ik me nog herinnerde van al die ‘extra journaalverslagen’ uit de hele wereld, terwijl we er dagelijks ermee worden “doodgegooid”. Dit speelde in 2013. Er waren weinig films over gemaakt. Bij aanvang van mijn project was ik mij helemaal niet bewust van de aanstaande 100-jarige herdenking. Dat kwam pas later bij de uitwerking.

Kun je iets vertellen over de oriëntatie in de eerste fase.

Na het eerste idee van het project ben ik mij gaan inlezen en heb beelden, filmfragmenten uit die tijd gezocht. Ook historisch heb ik me erin verdiept. Bovendien naar de locaties gezocht waar de strijd het hevigst was. Bij de gedachten aan een mogelijke fotografische uitwerking besloot ik al snel dat ik niet naar Verdun wilde. Het was me te groot, te monumentaal en misschien ook wel wat voor de hand liggend.  Ik koos uiteindelijk voor de omgeving van Ieper. Ik wilde daar zijn zonder de drukte en ‘storing’ van toeristen. Dat is één van de redenen dat ik de winter als werkperiode uitkoos. Maar ook de kou, regen en vorst hebben voor mij betekenis als het gaat over begrippen als strijd en afzien. Dus verbleef ik in een klein pensionnetje, geen hotel of luxe, helemaal op mezelf, afgezonderd van Jan en alleman.

Heb je toen ook al nagedacht over het type foto’s die je wilde maken ?

Ja, al snel wist ik dat het in zwart wit moest; camera obscura, geen gelikte mooie scherpe beelden. Afdrukken op een -in misbruik geraakt- Russisch papier dat de gevoelsmatige hardheid korrelig weer kon geven en de films zo ontwikkelen dat het korrelige effect nog versterkt zou worden. Camera obscura in 4 x 5 inch . Alles om de sfeer op te roepen waarin ik mijn emoties kon weergeven. Zo ben ik aan de slag gegaan en zo is het project uitgevoerd. Al werkende heb ik de effecten zelfs nog versterkt. Ik had het idee om er een portfolio van te maken. Uiteindelijk werd het voor mij steeds belangrijker om het anderen te kunnen laten zien en heb ik het project uiteindelijk in een persoonlijk boek met tekst vorm gegeven.

Speelde tijd en geld nog een rol ?

Steeds voor een aantal dagen met de auto naar Ieper. Een goedkoop en klein pensionnetje waarbij ik ervan uitging dat ik een aantal maanden bezig zou zijn om het project te realiseren. Het mocht niet langer dan één jaar duren.

Wat was de rode draad ?

Het zoeken naar herbeleving ter plaatse. Ondanks dat ik het niet meegemaakt heb, ik in die tijd helemaal nog niet bestond, wilde ik me inleven hoe het geweest zou kunnen zijn om daar als man van een jaar of 20 in de modder van een loopgraaf te bivakkeren. Iets te ervaren van de angst, de eenzaamheid en het zinloze van de vernietiging van mensen. In mijn fotografie -zeker in de afgelopen tien jaar- gaat het bijna altijd over het persoonlijk ervaren. In dit geval is het dan om het gevoel te ervaren hoe het moet zijn geweest voor anderen, een soort van ‘meevoelen’ en dat tot uitdrukking brengen in beelden.

Uitvoering

In Ieper heb ik me daadwerkelijk georiënteerd en heb bij de VVV gezocht naar oude routes, locaties, begraafplaatsen e.d. in de omgeving aldaar. Ik zocht de plaatselijke (aan mij aanbevolen) boekhandel op waar ik door de eigenaresse en twee toevallige bezoeksters onder de ‘liefdevolle vleugels’ werd genomen om me van goede literatuurstudies te voorzien. ‘Oorlog en Terpetijn’ (Stefan Hertmans) en ‘We werden honderd jaar ouder’ was het leesvoer voor de feiten en de sfeer. Alhoewel, de eerste dag gebeurde er emotioneel helemaal niets met me! Ondanks dat de omstandigheden meewerkten; het was koud, zeer guur en een forse Oostenwind, gepaard gaande met veel regen en zelfs bij tijd en wijle een stevige sneeuwbui. Daar was ik toch voor gekomen ….. In het pensionnetje voelde ik mij niet bepaald gelukkig en de boeken bleken zeer deprimerende stof. De tweede dag weer op pad. De ervaringen van de eerste dag hadden mij -achteraf gezien- toch goed gedaan. Ik keek nu anders en zag nieuwe dingen. Zag -maar vooral voelde- de eenzaamheid, de kou en de verlatenheid en heb gewerkt als een dolle. De vierde dag was het even plots weer weg, ups en downs horen kennelijk bij zo’n project of bij mij als fotograaf die wil voelen om beelden te maken.

Toch tijdens het uitwerken van het gehele project heb ik steeds mijn gevoel als kompas gebruikt om op koers te blijven. Laten zien en ervaren wat het moet zijn geweest om daar aan het front mee te maken.

In de voortgang van het project sprak ik met anderen, in de eerste plaats met mijn vrouw, maar ook met enkele andere fotografen uit mijn fotogroep en met enkele coaches vanuit de Fotobond.

De uitvoering

Mijn projecten duren meestal wel een jaar of zo en zijn eigenlijk altijd persoonlijk van aard. Daarbij wil ik me inleven in ‘waarover het gaat’. Nu was dat niet anders. In eerste instantie werk ik voor mijzelf, maar als ik dan nabij het slotakkoord van het project ben, wil ik het toch graag delen met anderen. Meestal via een expositie of een lezing en een enkele keer door middel van een boek.

Voor dit boek ‘het groote sterven’ heb ik samengewerkt met een kunstenaar -Trudie Welmoed- die de door mij uitgezochte gedichtenfragmenten gekalligrafeerd heeft. Met dit project heb ik in 2014 het predicaat BMK behaald maar feitelijk ben ik er niet verder mee naar buiten getreden.

Heb je nog adviezen aan anderen die aan een project willen werken ?

In het dagelijks leven maak ik regelmatig aantekeningen van dingen die interessant zouden kunnen zijn. Ik leg ze weg en pak ze later weer eens op. Vul aan en streep weg en soms komt er dan wel een idee tevoorschijn waarmee ik iets wil en kan. Ik denk dat een project altijd dicht bij jezelf moet staan. Door de keuze uit deze hapsnap-oriëntaties is dat bij mij als een vanzelfsprekendheid. Uiteindelijk gaat het om raken en geraakt worden en staat de vraag waarom je iets wilt laten zien centraal. Bij mij kan zoiets lang duren totdat ik helder heb hoe het -met alle ins en outs- gaat worden. Mijn fotografie gaat de laatste jaren vaak over macht en onmacht. De ervaring van het machteloze individu tegen de moloch, bijvoorbeeld een overheid. In het voorwoord van mijn boek noem ik het ‘eendagskuikens die vermalen worden tot veevoer’. Dat is wat je als individu waard bent in een oorlog. Zelfs nog minder want veevoer heeft nog nut. Uiteindelijk bleek de serie voor mij zelf de herkenning te zijn van ‘de zinloze strijdperken’ waar mensen dagelijks mee geconfronteerd worden, de machteloosheid die dat achterlaat en soms zelfs de apathie die dat teweeg brengt. In de serie ‘Vluchtelingen’, waaraan ik nu al weer een hele poos werk, komt dat machteloze weer terug.

Met dank aan Gerrit Korn dat hij zijn project HET GROOTE STERVEN met beeld en tekst heeft willen toelichten. We hebben in deze lessenserie al vaker gezien dat de documentaire fotografie alles van doen heeft met de mens achter de fotograaf. Op de schalen van objectief -subjectief en feitelijk-fictie laat het zich niet moeilijk raden waarop je Gerrit en zijn fotografie kunt plaatsen. Dat zie je terug in zijn aanpak, de verhaallijn van zijn thema en in de beeldstijl.