§ 5.2 HET LANDSCHAP IN DE DOCUMENTAIRE FOTOGRAFIE

DOCUMENTAIRE FOTOGRAFIE

Het landschap

Een van de favoriete genres onder de vrijetijdsfotografen is ongetwijfeld het landschap. Onder landschap werd tot pakweg de midden jaren zestig van de vorige eeuw het natuurlandschap verstaan. Het landschap van de bergketens, meren of fjorden en weidse vergezichten. Nog steeds bestaat dat landschap en nog steeds worden daarvan ook foto’s gemaakt. Ansel Adams [1902-1984] is bekend geworden door zijn indrukwekkende landschapsfoto’s, gemaakt in de vorige eeuw. Zijn drive was om het landschap in al zijn harmonie en esthetiek weer te geven. Hij besteedde veel aandacht aan de tonaliteit van de zwart-wit foto. Elk ‘stapje grijs’ -van het helderste wit tot het diepste zwart- moest perfect worden weergegeven. Naast zijn landschapsfoto’s dankt hij zijn faam aan die grijsstapjes: het zogenaamde zone-systeem. Destijds, in het analoge zwart-wit tijdperk, mat men de verschillende grijstonen met een spotmeter om er voor te zorgen dat het diepste zwart en het helderste wit in de opnamen vertegenwoordigd waren. Nu in het digitale tijdperk lijkt het zonesysteem achterhaald, alhoewel het programma NIK software (huidige leverancier DXO) nog steeds de 10 zonestappen toont in de module Silver Effex pro.

Mount McKinley and Wonder Lake | © Ansel Adams Gallery

Nog steeds wordt het natuurlandschap gefotografeerd vanuit een fotografisch- of vormgevingsconcept. In termen van de klok van Lemagny (zie § 3.1) is de materie – de vorm of het fotografisch formalisme – het uitgangspunt (‘de zes-uur’). Het landschap wordt gefotografeerd in de romantische traditie die feitelijk al zo lang bestaat als de fotografie oud is. De fotograaf van dat type landschap wil ons tonen hoe mooi het landschap (de natuur) is. Ton Hendriks beschrijft in zijn boek Beeldspraak [isbn 9789059406346] dit type landschap als het romantische landschap. In de uitwerking van het romantische landschap klinkt de opvatting van de fotograaf wel degelijk door. Juist vanuit het fotografisch oogpunt – de vormgeving – zal hij/zij het romantisch landschap op een persoonlijke manier willen laten zien. Duidelijk moet zijn dat het esthetische daarin een belangrijk gegeven is!

Een landschap met een heel andere bedoeling is het landschap waarin de fotograaf een (specifiek) – mentaal- standpunt inneemt. Als je bijvoorbeeld het landschap bekijkt als een ruimte waarin mensen kunnen recreëren dan ga je op een andere manier het landschap verbinden met de mens. Zo’n fotograaf is bijvoorbeeld de Britse fotograaf Simon Roberts die o.a. in zijn serie (Re) Framing Zwitserland een theatrale schets geeft van de mens en het landschap. Het landschap wordt ingenomen én opgenomen door de ‘mediale en ontdekkende mens’. Het landschap wordt het bezit van de mens. Het landschap is om te exploreren, om te consumeren welhaast. Aan de foto’s van Roberts ligt een opvatting ten grondslag.

Re-framing Zwitserland | © Simon Roberts | klik hier en werk een blik op de gehele serie

De kunstenaar Armando [Amsterdam 1929 – Potsdam 2018] heeft de term ‘schuldig landschap’ geïntroduceerd. In de bundel ‘Schoonheid is niet pluis’ schrijft hij: ‘Schuldig landschap; een landschap dat heeft zien gebeuren, want in landschappen, in de schone natuur, vinden vaak de afgrijselijkste opvoeringen plaats. Veldslagen. Sluipmoorden. Man tegen man.  Aanleg en onderhoud van kampementen. Barakken. Plekken ter kwelling van weerloze schepsels. Voornoemd landschap heeft zich daar nooit iets van aangetrokken, is zelfs zo schaamteloos geweest om gewoon door te groeien, het is een schande, ik raak er nooit over uitgesproken. De confrontatie natuur-cultuur is een onbarmhartig gebeuren, dat gaat met pijn gepaard, geloof dat maar. Ja ja, ik weet wel, het is zinloos om de natuur schuldig te noemen, maar kunst is ook zinloos, daarom is kunst zo onontbeerlijk. En gewetenloos. […]’

Fotograaf Mel Boas heeft in zijn project SHOAH het schuldig landschap als uitgangspunt genomen. Kun je het standpunt van Simon Roberts in de serie hierboven nog enigszins als frivool – misschien zelfs humoristisch – betitelen, is dat zeker niet aan de orde bij SHOAH. Op de website van Boas over zijn project (afstudeerwerk aan de Fotoacademie) lees ik: “Het thema in mijn foto’s is de rol van het landschap in het herdenken van de Holocaust, ook wel Shoah genoemd. Shoah is het Hebreeuwse woord voor catastrofe. Maar sinds de tweede helft van de twintigste eeuw roept het woord vooral gedachten op aan die ene catastrofe. Deze studie en mijn eindproject aan de Fotoacademie zijn een zoektocht naar een beeldtaal om de Shoah te benoemen.”

Hij schrijft verder… “Mijn onderzoek begon vanuit een bijna conceptuele interesse. Ik heb altijd beweerd dat ik mij niet in dit onderwerp hoefde te verdiepen. Ik had de Holocaust immers thuis. Het meest van nabij werd ik geconfronteerd met de gevolgen van de Holocaust in het Sinai Centrum, waar mijn oma werd behandeld voor haar oorlogstrauma’s. Zij had weliswaar de verschrikkingen van Bergen-Belsen overleefd, maar is er nooit meer van hersteld. Het Sinai Centrum lag tegen de overblijfselen van Kamp Amersfoort aan. De ironie van het landschap. Ik begon dit onderwerp van enige afstand te benaderen. Door puur de beelden vast te leggen, of zo abstract mogelijk weer te geven. Ik registreerde ze, maar liet ze niet tot me doordringen. Om er vooral maar niet door geraakt te worden. De camera legitimeerde deze reis. Een reis waarvan ik niet wist waar die me zou brengen.”

Het landschap van de Shoah | © Mel Boas

Maak nader kennis met dit project dat Mel Boas (commercieel en reportage fotograaf) vanuit een persoonlijke drive heeft gemaakt.

Ton Henriks noemt landschappen van het type Simons en Boas kritische landschappen. Het woord kritische mag je opvatten als negatief maar dat dekt onvoldoende de lading. Kritisch moet je hier lezen in termen van onafhankelijk. Je eigen geluid laten horen. De feitelijke waarneming voorzien van een persoonlijk standpunt. Daarmee worden het ook verhalende landschappen. Ze verbeelden het verhaal dat de fotograaf wil vertellen.

Bij het zien van de foto’s van de jonge Nederlandse fotograaf Loek van Vliet denk je wellicht in eerste instantie ook aan het romantische landschap. Duik je wat dieper in zijn reden tot het maken van dit soort foto’s dan zie je de achterliggende motivering.

HEILIGE GRONDEN

<br/>

Loek van Vliet, Heilige gronden

Voor de serie Heilige gronden fotografeerde Loek van Vliet landschappen in Nederland en Vlaanderen. Hij maakte daarbij een keuze voor een speciaal type landschappen: stiltegebieden. Zowel wat betreft onze landschapsbeleving, als voor de kunst die ons landschap verbeeldt, is deze serie een teken des tijds.

Op zijn site lezen we … In het voorwoord van het boek HEILIGE GRONDEN schrijft Maartje van de Heuvel [kunsthistoricus en conservator fotografie universiteit Leiden] “Voor een deel bouwt Van Vliet voort op voorgangers, die onze aandacht richtten op het door de mens gecontroleerde karakter van het hedendaagse landschap. In 1975 vond in het George Eastman House in Rochester de tentoonstelling New Topographics: Photographs of a Man-Altered Landscape plaats. Amerikaanse fotografen en het inmiddels beroemde echtpaar Bernd en Hilla Becher fotografeerden in het Amerikaanse landschap juist de industrialisatie, urbanisatie en toenemende mobiliteit. Cruciaal in de fotografie in deze tentoonstelling was dat de invloed van de mens in het landschap met een neutrale blik werd bekeken; daar verwijst de term ‘topographic’ in de titel naar. De menselijke invloed in het landschap werd niet bekritiseerd noch geïdealiseerd, maar gedocumenteerd. Het genoemde echtpaar Becher leidde aan de kunstacademie van Düsseldorf tussen 1976 en 1997 een aantal fotografen op, zoals Thomas Struth en Andreas Gursky, die deze aandacht voor het verstedelijkte en geïndustrialiseerde landschap verder ontwikkelden. Waar de foto’s in New Topographics nog meest in zwartwit en van klein formaat waren, maakten de fotografen van deze ‘Düsseldorfer Photoschule’ hun fotowerken op grote tableau-achtige formaten. Aanvankelijk hadden deze nog een documentair karakter, later echter werden bijvoorbeeld bij Gursky de beelden ook steeds sterker digitaal gemanipuleerd en geconstrueerd tot reusachtige, uitzinnige visioenen van grootstedelijkheid. Ook al gaat Van Vliet niet zo ver, toch kunnen de Düsseldorfers als geestelijk voorvaders van hem worden gezien omdat zij zich richtten op het culturele karakter van het door de mens gemaakte landschap.

Uit de serie Hollandse taferelen van © Hans Aarsman. Uit deze serie zijn 99 foto’s gratis te downloaden op groot formaat.

Meer nabije voorgangers voor de foto’s van Loek van Vliet zijn Nederlandse fotografen als Hans Aarsman (met name vanwege Hollandse taferelen uit 1989), Jannes Linders (Landschap in Nederland 1990) en Theo Baart (Snelweg, 1996). Ook zij richtten zich op wat de mens in het landschap deed op het gebied van industrialisatie, urbanisatie en de groeiende infrastructuur voor mobiliteit. De Nederlanders werkten echter minder in de monumentale fotowerken die uit Duitsland bekend waren; zij hanteerden een meer verhalende, seriematige en documentaire aanpak, waarbij ook het fotoboek belangrijk was.

Fotografen die hier genoemd worden, hebben een totaal andere bedoeling met het maken van landschapsfoto’s dan de fotografen die passen in ‘de school van Ansel Adams’. Bij de nieuwe stroming landschapsfotografen gaat het om de veranderingen in het landschap – of het gebruik ervan – of de consequenties van het menselijk handelen, of ….. ….. …..

Zij concentreren zich op de sociale en/of politieke keuzes en de invloed of gevolgen daarvan op het landschap. Zij laten het functionele landschap zien – het landschap dat op een of andere manier verbonden is met ‘de mens’ – en zijn in eerste instantie niet op de harmonie, de romantiek en/of de vorm gericht.

The New Topographics – een herdefiniëring van het landschap | 1975

Dat was eveneens het doel van de fotografen van de eerdergenoemde ‘stroming’ [rond 1970] ‘THE NEW TOPOGRAFICS’ als reactie op de esthetische landschapsbenadering van de ‘school van Ansel Adams’. Daarmee heeft de stadsfotografie ook volop zijn intrede gedaan en wordt het stadslandschap sindsdien dan ook gerekend tot (het genre) landschapsfotografie. Een goed voorbeeld van de verschuiving van het romantische landschap naar het verhalende kritische landschap zie je bij fotograaf Davies.

John Davies is een Britse landschapsfotograaf. Hij staat bekend om het voltooien van lange termijn projecten die Groot-Brittannië documenteren en de industrialisatie van de ruimte onderzoeken. Aanvankelijk maakte hij foto’s over de gehele wereld maar hij heeft nu genoeg aan de plaats waar hij woont. In veel van zijn huidige werk gaat het over ‘de infrastructuur van een gebied’, de verbinding tussen land en mens in allerlei opzichten. De video geeft daar een aardig beeld van.

Awoiska van der Molen

© Awoiska van der Molen

State of being in the landscape

Ik durf gerust te stellen dat de fotografen die in deze paragraaf voorbij zijn gekomen allemaal foto’s hebben gemaakt die ze als persoonlijk beschouwen. De een is gefocust op de ‘boodschap’, de andere op de esthetische waarde. Door die focus zie je enerzijds informatieve foto’s of anderzijds juist beelden die refereren aan de algemene – in de kunst gangbare -schoonheidsbeginselen. Een fotograaf die heel sterk vanuit haar innerlijk foto’s maakt is Awoiska van der Molen. Het uitgangspunt lijkt te liggen in het domein van de fotografische vorm. Aspecten in haar werk zijn onder andere: veel zwarte tonen tot bijna het absolute zwart, fijne textuur van de materialen, contrasten, grote immense vlakken maar ook kleine details. Haar houding van waaruit ze haar beelden maakt is niet zozeer die van een fotografische vormgever maar veel meer vanuit haar ‘zijn van het moment’. Ze zoekt dat in het landschap: het landschap dat verbergt en dat door haar onderzocht wordt ‘op gevoel’. Waarop is moeilijk onder woorden te brengen. Ja, als het moment daar is. Als het gevoel in alle staten lijkt te zijn, misschien als er een soort van oorspronkelijk ‘oermoment’ beleefd wordt. Als de ‘state of being’ zodanig is, dat dan alleen nog maar op de ontspanknop gedrukt kan worden. Ik weet dat het heel filosofisch klinkt, misschien zelfs zweverig, maar het is wel zoals het werkt. Intuïtieve fotografen zullen dit waarschijnlijk aannemelijker vinden dan de conceptueel werkende fotograaf. Het is juist dat persoonlijke landschap dat in de afgelopen twintig jaar steeds meer aandacht heeft gekregen van internationale musea en galeries. In de volgende tien minuten durende video krijg je zeker geen antwoord op al je vragen, maar misschien wordt er toch iets meer duidelijk wat Awoiska drijft en welke betekenis aan haar foto’s gegeven kan worden.

een beetje terzijde

In de afgelopen jaren is de term Miksang ook binnen de fotowereld ‘binnengeslopen’. Miksang is een Tibetaans woord dat “goed oog” betekent. Het is een vorm van beschouwende/bespiegelende (contemplatieve) fotografie op basis van de Dharma Art lering. Het oog is gesynchroniseerd met de – meditatieve – geest en niet zozeer met het intellectuele of rationele van het moment. Het resulteert in fotografie die een eigenaardige en open manier van het bekijken van de wereld laat zien. De persoon is ‘in touch’ met dat moment. De fotograaf als eigenaar van het beeld kan worden teruggebracht tot het oorspronkelijke moment. Kunnen, maar zeker weten is er niet bij. Immers de ervaring van toen vraagt bijna om de transcendentie van toen. En je zelf in die hoedanigheid brengen lijkt me lastig. Ik denk dat we de fotografie van Awoiska van der Molen zeker niet in termen van Miksang moeten bekijken. In mijn coaching en mentoraten waarin ik groepjes fotografen begeleid komt het ook wel voor dat er fotografen zijn die puur op het gevoel – vanuit een intuïtie – foto’s willen maken. Dus zonder thema of zonder onderwerp. In zo’n begeleidingstraject probeer ik met de anderen in de groep toch woorden aan de gemaakte foto’s te geven en soms laat ik de desbetreffende fotografen ook een titel aan het werk te geven. Allemaal vanuit het idee dat fotobeelden communiceren. In de documentaire fotografie, waarin je verhalen wilt vertellen – of dat nu waar gebeurd is of fictie is – lijkt Miksang ‘als werkwijze’ onherroepelijk te leiden tot een puur autonome vorm waarin zowel maker als beschouwer moeten weten dat het lastig communiceren is.

het persoonlijke landschap

Awoiska van der Molen maakt landschappen die haar raken, vanuit haar innerlijk. Een fotograaf die vanuit zijn herinnering landschapsfoto’s maakt is John Lambrichts [1954 Stein]. John Lambrichts heeft indringende fotoprojecten gemaakt zoals ‘Walton City’, ‘Ouderen en Kanker’, ‘Brickfields’, ‘Tak’ en ‘Dust’. Om dit te zien moet je echt even op zijn website rondkijken. In zijn verschillende projecten herken je zijn beeldstijl die in de afgelopen vijfentwintig jaar nauwelijks is veranderd.

Waar het me hier om gaat is zijn project ‘Oeverlangen aan de Maas’. Zelf schrijft hij onder andere daarover: “Oeverlangen aan de Maas is het resultaat van de vele mijmertochten die ik de afgelopen drie jaar maakte langs beide zijden van de snel veranderende Grensmaas. De foto’s vormen een ode aan de rivier en aan de geboortegrond van de omwonenden. Ze houden een sfeer vast die aan het verdwijnen is of ze roepen die juist weer op.
De Maas maakte als kind al indruk op me als natuurlijke barrière naar het buitenland, België. Met mijn moeder ging ik zwemmen in de Maas bij Meers en met mijn vader, een fanatiek sportvisser, ging ik er later vissen. Tijdens beide activiteiten werd mijn fantasie geprikkeld door de overkant, die vooral bij hoogwater in de winter heel ver leek …
(‘Oeverlangen aan de Maas’ is een fictief dorp aan de Grensmaas)

Uit de serie ‘Oeverlangen aan de Maas | © John Lambrichts

In Overlangen zit het woord oever én verlangen. De serie ‘leest’ als herinneringen aan een lang vervlogen tijd en er zitten beelden in die -wat mij betreft- onlosmakelijk verbonden zijn met de kindertijd. Ook de picturale beeldstijl past uitstekend bij het idee van vroeger. Herinneringen zijn omfloerst, ingekleurd door de tijd, niet scherp begrensd. Vormaspecten versterken hier de romantische herinneringen.

Het persoonlijk landschap is doorgaans minder informatief, minder wetenschappelijk en minder de waarheid. Voor een sprookje geldt dat ook en toch ontlenen we daaraan wel hele en halve waarheden, gedragingen en sociale verbanden. De waarde van het persoonlijke landschap – de persoonlijke documentaire – staat daarmee vast. Dat de toegankelijkheid – in termen van fotografische interessante beelden – als eis moet worden gesteld, spreekt voor zicht. Oeverlangen voldoet daar volop aan, vind ik.

het maakbare landschap

landschap | © Paul van Hulzen

Paul van Hulzen

Er zijn fotografen die de de smalle richel tussen wel of niet werkelijkheid onderzoeken. Paul van Hulzen is één van hen. Hij fotografeert ‘plekken’. Naast stedelijke locaties kunnen dit ook ‘landschappen’, interieurs en zelfs objecten zijn. Hij maakt geen fundamenteel onderscheid tussen een ‘natuurlijk landschap’ en een meer stedelijke omgeving. 

Je zou hem kunnen typeren als ‘de schilderende fotograaf. Zijn werk – overigens niet alleen landschappen – wordt gekenmerkt door een grote hoeveelheid intensieve kleuren. Het zijn vaak abstraherende taferelen die wel nog steeds in verbinding staan met de realiteit. Door de mate van abstractie en het gehanteerde kleurenspectrum ontstaat een nieuwe dimensie -een nieuwe ‘ruimte’- waarin voor een beschouwer verschillende belevingen mogelijk zijn. Waan je je in een sprookje of in een wereld zonder mensen of stap je in een primitief ogend en nagenoeg tijdloos schilderij. De sfeer van zijn werk kan getypeerd worden als beschouwend maar ook humorvol met een ondertoon van ironie die soms zelfs verontrustend kan zijn. Een kunstcriticus schreef over zijn werk: “Bij veel van Paul van Hulzen’s foto’s kijk je naar esthetisch mooie beelden, terwijl eronder aan alle kanten schokken en wrijving is.”

Ongetwijfeld kun je zijn landschappen rekenen tot de persoonlijke landschappen en ik denk dat er net zoals bij Awoiska van der Molen een ‘moment van zijn’ aan zijn uiteindelijke presentatie ten grondslag ligt. Maar anders dan bij van der Molen ontstaat deze ‘state of art’ bij van Hulzen meer in de nabewerking dan tijdens de opname. Kijk hier voor meer werk van Paul van Hulzen.

Uit het boek BROKEN LANDSCAPE | © Orna Wertman

Orna Wertman

De Amsterdamse fotograaf Orna Wertman maakt fotomontages. Meestal bestaan haar creaties uit twee foto’s die ze op een ruwe manier met elkaar verbindt. Ruw in de zin van knipranden die niet weggewerkt worden maar als toonbeeld voor de montage dienen. Alsof ze uitroept, kijk het zijn mijn landschappen, ze zijn niet echt en die heb ik ze zelf geconstrueerd. Nee, Wertman is niet de fotograaf die de schoonheid of de esthetica op nummer één zet. Het is haar meer te doen om de landschappen waar iets gebeurt, of gebeurd is of dreigt te gebeuren bijvoorbeeld aardbevingen in Groningen of een dreiging van terreur. Het recente boek ‘I was not in Japan’ maakte ze vanuit haar eigen droomwereld. Ze was nog nooit in Japan geweest. Overigens, nog net voordat corona wereldwijd reizen moeilijker maakte, reisde ze toch nog af naar Japan en maakte haar meest recente boek ‘I was in Japan’ (isbn ISBN 978-90-814085-8-5) met daarin … je raadt het al, montages. Haar ruwe aansnijdingen in de montages is een onderdeel van haar beeldtaal die ze al meer dan 10 jaar bezigt (ik zag haar werk voor het eerst op de expositie Quickscan #01 van jonge fotografen in het Nederlands fortomuseum in 2010). De losse delen in een foto harmoniëren maar verontrusten tegelijkertijd. Het klopt niet, het botst. Alsof ze zegt -misschien wel schreeuwt- kijk dan wat er aan de hand is. Ze maakt haar wereld, een wereld die fotografisch maakbaar is maar inhoudelijk schreeuwt om aandacht.

We hebben kennis gemaakt met verschillende landschappen. Er zijn fotografen die documentaire serie maken uitsluitend binnen een genre maar vaker zien we dat het ‘landschap of de ruimtelijke omgeving’ een rol van betekenis in de documentaire speelt zonder dat er sprake is van een genre gerichte aanpak sec. Tot slot van deze paragraaf wil ik in de KERNPUNTEN een schema met de benaderingen van het landschap opnemen.

KERNPUNTEN

Bedenk dat het een schema is. In het onderscheid natuur en stad is bijvoorbeeld een ‘grijs gebied’. Zo ook met de keuze van het uitgangspunt van de fotograaf. | ontwerp © Peter van Tuijl

Opdracht #5.2

Opdracht A. Deze opdracht zou je kunnen maken als je interesse hebt voor landschapsfotografie of in het verleden wel met landschapsfotografie hebt bezig gehouden. Als dat zo is dan vraag ik je om jezelf in het schema hierboven te positioneren en samen met één eigen landschapsfoto naar me toe te sturen.

Opdracht B. Ik vraag je om enkele ‘landschapsfotografen’ te bekijken en die te plaatsen in het schema. Bovendien wil ik graag dat je er (uiteindelijk) één kiest waarvan het werk jou het meest aanspreekt en natuurlijk ook ‘het waarom’ in een korte beschrijving (150 à 200 woorden max) weergeeft. Gelieve geen foto’s van deze fotografen bij deze opdracht mee te sturen.

Het zijn de volgende fotografen (inclusief hun website).

Opdracht C. Mogelijk dat je een ‘landschapsfotograaf’ als favoriet hebt die in deze paragraaf niet aan de orde is geweest en die je graag onder onze aandacht wilt brengen. Stuur de link van een website waarop we de fotograaf kunnen bekijken en beschrijf kort (max 150 woorden) waarom we deze fotograaf zouden moeten leren kennen. Uiteraard staat het je helemaal vrij om deze opdracht wel of niet te maken.