PLATFORM DOCUMENTAIRE FOTOGRAFIE
Op naar je eigen project
Misschien verzucht je wel, eindelijk. Maar het is ook mogelijk dat je denkt, “hoezo eigen project …? ik heb er al een aantal gedaan, bovendien ik ga mijn eigen gang.”
Beide is wat mij betreft helemaal oké. Ik heb deze lessencyclus gemaakt om de documentaire fotografie voor het voetlicht te brengen. Hoe je daarmee verder precies omgaat, bepaal je zelf. Net zoals bij alle paragrafen die hieraan vooraf gingen.
In deze zesde les zetten we stappen naar een eigen documentair project. Welk project, waarover het gaat bepaal je zelf. Wat ik doe is het proces, de mogelijke stappen of ontwikkeling beschrijven. Dat doe ik aan de hand van verschillende modellen en handleidingen. Het stappenplan van Marc Prüst [Download hier het modelboekje ‘Vertel je verhaal, een praktische handleiding’] hanteer ik als leidraad en vul dat aan met modellen of handreikingen van anderen en eigen materiaal dat ik gebruik in mijn projecten en workshops.
Sabine Rovers – met haar cowboy Kees hebben we in § 4.2 al kennis gemaakt – heeft een boek gemaakt met de titel ‘How to become a social engaged photographer?’ Bijna 250 pagina’s met tips, trucs, oefeningen, inspiratie en ideeën om fotografie inclusiever te maken voor zowel je onderwerp als publiek. Dit boek heeft geen regels, geen begin en geen einde, geen lange teksten, geen feiten die je uit je hoofd moet leren en geen tests die je moet doorstaan. Het is een beetje een fladderboek. Je leest hier en daar eens wat en je vult dat zelf aan met parallelle dingen die je opzoekt of eigen ervaringen. Het boek kost € 18, – en je kunt het bestellen door Sabine een e-mail te sturen. Kijk op haar website onder Books.
Ook op de site van Dupho kun je een artikel over storytelling vinden met een checklist. Misschien ook de moeite waard om daar eens te kijken.
Ton Hendriks (hoofdredacteur PF, fotograaf en schrijver) heeft een belangwekkend essay geschreven over storytelling. Kijk hier om het te lezen.
Bovendien komt in elke paragraaf in deze zesde les een fotograaf aan bod die over haar/zijn documentaire project vertelt. Het zijn vrijetijdsfotografen die hun projecten vorm geven of vorm hebben gegeven op een professionele manier en navenante werkwijze. Het zijn qua inhoud verschillende projecten en in hun aanpak zie je naast overeenkomsten ook tal van verschillen.
Dit is ook het moment in de lessencyclus dat er geen opdrachten aan de paragrafen gekoppeld worden. Er is één grote opdracht, nogmaals als je dat wilt, namelijk het ontwikkelen en vormgeven van je eigen project. Je kunt me naar aanleiding van een paragraaf wel de voortgang van je project toesturen. Het is up to you of je daarvan gebruik wilt maken. In welke vorm je dat doet ben je eveneens vrij, als je maar zorgt dat ik het binnen een windows-omgeving kan bekijken. Dus losse foto’s, MP4 video, Powerpoint, pdf, tekstbestanden, etc zijn prima wat mij betreft. In ieder geval moet je aangeven door middel van enkele vragen waarover je feedback wilt ontvangen. Ik zal je materiaal niet publiceren. Mocht je daar juist wel prijs op stellen (om misschien ook reacties van andere deelnemers te krijgen) moet je daar expliciet om vragen van maken. Ik zet er dan je e-mail adres bij, zodat je rechtsreeks feedback van anderen kunt krijgen.
we gaan beginnen – waar gaat het over
Je kan ‘een verhaal’ het beste vertellen, als het je interesse heeft en er zelf al wat vanaf weet of juist er meer van wilt weten.
Volgens mij is de basis om een project te kiezen:
- dat je er interesse in hebt [nog sterker geformuleerd…. of je er door geraakt wordt of een passie voor hebt. Met andere woorden waar komt die interesse vandaan. De vraag die speelt is eigenlijk de WAAROM-vraag.]
- dat je er al iets van afweet [je een zekere basiskennis hebt, die overigens niet heel groot hoeft te zijn]
- dat je er nieuwsgierig naar bent [het de moeite waard lijkt om er verder ‘onderzoek’ naar te willen doen]
Maak je in dit stadium zeker nog niet druk over fotografische uitwerking of zelfs de haalbaarheid. Uiteraard komt dat later wel aan bod, maar inventariseer in eerste instantie onderwerpen of thema’s voor jezelf vanuit de genoemde basis.
Een voorbeeld lijstje zou kunnen zijn
Ik zou me bij deze allereerste stap even nog niet druk maken over hoe belangrijk of relevant het voor anderen is. Natuurlijk geldt dat niet voor een fotograaf die van zijn projecten moet leven, en het uiteindelijke aan de ‘man moet brengen’. Als die aan een project begint zal die vraag al wel snel aan de orde zijn. Maar goed, in deze lessencyclus ga ik er gemakshalve vanuit dat we -als vrijetijdsfotografen- vrij zijn om te maken wat we willen. In de drie eerdergenoemde basisbegrippen zit je persoonlijke betrokkenheid én relevantie van de mogelijke projecten.
In de volgende fase ga je kiezen welk project uit je lijstje het gaat worden. Als je een stuk of drie, vier onderwerpen hebt dan kun je die enigszins verder uitwerken. Dat kan gestructureerd (bijvoorbeeld door mind mapping) maar ook wel door er dagelijks gewoon maar eens over te mijmeren (dan komen er ook allerlei zaken bovendrijven). Ik zou deze fase -van pakweg een weekje- willen zien als een soort verhelderingsfase. Ieder mens doorloopt zo’n (leer of ontwikkel)fase weer anders maar schroom niet om op te schrijven wat je invalt gedurende deze periode.
Dan volgt de voorlopige keuze waarnaar je verder onderzoek gaat doen. Prüst benoemt dat het onderzoek naar de mate waarin het project visueel kan worden uitgevoerd. Hij geeft aan dat je een lijst moet gaan maken met mogelijke visuele situaties. Met andere woorden hoe denk je je idee in foto’s te vertalen.
een voorbeeld ……
Laat ik ‘de ouder wordende mens’ maar eens als voorbeeld nemen. Als ik kijk naar zingeving dan speelt contacten met anderen een mogelijke rol.
Ik zou wellicht met portretbomen kunnen gaan werken. Via een dergelijke boom breng ik de relaties van één ouder iemand met anderen in beeld. In die portretboom kan ik het soort contact ook in beeld brengen. Ik voeg dan een tweede foto aan het portret toe waaruit de relaties blijken. Bijvoorbeeld het wekelijkse wandelmaatje of de contacten via het vrijwilligerswerk bij de sportvereniging of oudheidkundige verenging. Op deze manier kom je al snel tot een reeks van visualisaties rondom één persoon. Het is een overzienbaar project waarbij het goed mogelijk is om een kleine serie van te maken. Als ik dat bovendien bij enkele ouderen uit verschillende leeftijdscategorieën ga doen, wordt niet alleen het project wat groter maar krijg ik waarschijnlijk ook wel in beeld dat de contacten, zowel in intensiteit als karakter, verschuiven al gelang de leeftijd van de centrale persoon anders is.
Een heel andere invalshoek zou kunnen zijn de vitaliteit van de ouder wordende mens. Daar passen feitelijke beelden in zoals in de sportschool maar ook het ochtendritueel van ‘heel Holland in beweging’ voor de TV. Ook de vakanties die de ouderen ondernemen of de overwintering in warmere oorden zouden passen in het thema vitale ouderen waar ik gemakkelijke visuele situaties bij kan bedenken. Als de vitaliteit sterk vermindert, zijn foto’s feitelijk ook niet zo moeilijk te maken. Er dringt zich wel een andere vraag op. ‘Wil ik de sterke vermindering van vitaliteit -zeg maar de aftakeling- ook laten zien?’ Hier komt de ethiek -je eigen norm daarbinnen- aan de orde.
Je kunt je onderzoek inrichten zoals -summier- in bovenstaande twee alinea’s beschreven is. En er zijn natuurlijk alternatieven. Daarmee wordt niet alleen duidelijk of je het (waarschijnlijk) in voldoende mate kunt visualiseren maar ook verdere onderzoeksvragen dienen zich aan. Je kunt ook kijken of er anderen zijn geweest die zich ook verdiept hebben in deze materie, misschien zelfs een dergelijk project hebben opgezet. Dat kan ook buiten de discipline fotografie zijn, schrijvers van artikelen bijvoorbeeld. Als ik bijvoorbeeld googel op de vitale ouderen krijg ik al snel een grote reeks van publicaties. Daarmee kun je verdere ideeën ontwikkelen en je gedachten over je project aanscherpen.
GOOGLE …. het allereerste wat ik tegenkwam:
‘De ouderen van nu, zijn andere ouderen dan van vroeger. Er komen meer ouderen en ze worden ook ouder (dubbele vergrijzing). Ze wonen langer zelfstandiger, werken soms ook langer door als “leermeester”. Ze zijn zich meer bewust van het ouder-zijn, en hoe ze gezond oud kunnen blijven. Ze willen en moeten betrokken blijven bij de maatschappij.‘ [bron volksgezondheid, rijksoverheid]
Alleen al hieruit kan ik weer enkele deelaspecten halen waarmee ik fotografisch aan de slag zou kunnen. De woonomgeving van 65 jarigen tot 90 jarigen zou ik kunnen fotograferen. Of niet zozeer hun woonomgeving maar hun huiskamer of slaapvertrek. Maar als ik even verder kijk naar het rijtje publicaties kom ik de term Geriatriefysiotherapie tegen. In een klap zie ik weer heel andere beelden voor me. Een serie waarin gespecialiseerde fysiotherapeuten met ouderen individueel of in een clubje aan het werk zijn. Kortom deze onderzoeksfase richt ik me op visualiseren maar komen er tegelijkertijd ook (bijna als vanzelf) nieuwe aspecten en (on)mogelijkheden naar voren. Ook komen er in deze fase bij dit onderzoek al vragen naar voren die met de ethiek te maken hebben (in relatie met de vraag wat wil ik laten zien).
In het verlengde van schriftelijke publicaties kan ik ook onderzoek doen naar fotografen die projecten hebben gedaan in die richting van mijn idee/project. Op het moment dat ik dit schrijf schiet me te binnen dat Erwin Olaf een -wat mij betreft- indrukwekkend project heeft gemaakt van ouderen. De serie MATURE heeft voor mij te maken met de ouder wordende mens die van zich zelf vindt dat hij of zij nog gezien mag worden. De serie toont mentaal sterke mensen die hun lichamelijkheid laten zien als ware het jong volwassen vrouwen. Een serie die niet door iedereen met applaus werd begroet en ook weerstand opriep.
Ook denk ik aan het boek van Romi Tweebeeke ‘Over wintertijd’. In een lezing, enkele jaren geleden, werd ik getroffen hoe ze sprak over ouderen. Haar betrokkenheid met hen is zichtbaar in verschillende projecten. Kijk maar eens op haar website.
Over Wintertijd: Vroeger een klein vissersdorpje, nu een stad met ruim 330 wolkenkrabbers en bijna 70.000 tijdelijke verblijfplaatsen. Benidorm is uitgegroeid tot een van de populairste overwinterbestemmingen van Europa. Fotograaf Romi Tweebeeke (28) trad wekenlang in de voetsporen van deze overwinteraars, de stad werd voor haar een decor. Ze keerde terug met talloze verhalen en foto’s. In haar boek ‘Over Wintertijd’ reizen we met Romi mee en ontdekken we dat we beslist niet oud hoeven te worden achter de geraniums.
Niet alleen put ik uit mijn geheugen maar kijk ik ook verder in mijn onderzoek naar buitenlandse publicaties van fotografen. Ik kom een bericht tegen over de fotografe Laura Zalenga. Een project [BEAUTYOFAGE] dat weer vanuit een andere invalshoek te maken heeft met mijn (voorbeeld) idee/project.
Voor een project genaamd 1000 Strangers benaderde ze willekeurige mensen op straat en vroeg om van hun een foto te mogen maken. Het was een leuke oefening in portretten, maar Zalenga begon iets op te merken dat haar verbaasde en bedroefd maakte: oudere mensen hadden de neiging nee te zeggen op de vraag of ze gefotografeerd willen worden. Vaak maakten ze bezwaar en zeiden: ‘Ik ben niet mooi meer. Misschien moet je iemand fotograferen die jonger is. ” Ze werd getroffen door deze ontmoetingen en besloot dat ze het idee van ouder worden nader wilde onderzoeken in een serie in een documentaire stijl.
Nogmaals dit alles in de voorbeeldsfeer van de fase van verkenning en het eerste onderzoek over een idee/project. Uit ervaring (van andere fotografen en mijzelf) weet ik dat in deze periode vaak al wel foto’s gemaakt worden. Het is ook wel afhankelijk of je een conceptueel ingestelde fotograaf bent of juist heel intuïtief te werk gaat. Een conceptueel fotograaf zal vaak eerst een idee afgerond op papier hebben staan alvorens aan de slag te gaan. Als je tot de categorie meer intuïtief ingestelde fotografen behoort zal het project vaak ‘onder je handen’ groeien. Je focus wordt bijgesteld tijdens het werken. Ook de betekenis – wat je wilt vertellen – kan zelfs (enigszins) veranderen. Ook bij de conceptueel ingestelde fotograaf zullen tijdens de uitvoering dingen zich wijzigen, al was het maar omdat niet alles uitvoerbaar blijkt te zijn, zoals je het oorspronkelijk had voorgesteld. Ben dus niet te star -dat geldt naar mijn idee voor elke fase in je project- en beschouw de modellen/handleidingen (o.a. van Prüst) niet als dogma’s.
Een checklist van de start van je project
- welke ideeën (ik denk dat 3 al heel wat is) heb je voor een mogelijk project op basis van interesse [kennis en nieuwsgierigheid] ?
- welk idee wil je in eerste instantie verder gaan uitdiepen en waarom kies je hiervoor ?
- welke voorlopige titel neem je daarvoor ?
- omschrijf enkele (voorlopige) essentiële aspecten van je onderwerp.
- tot welke (type/soorten) visualisaties kom je in eerste instantie ?
- informatie/onderzoek brengt verdieping. Tot welke vragen of standpunten leidt dat?
- zijn er naast visualisaties ook al nieuwe ideeën m.b.t. andere uitingsvormen (bijvoorbeeld tekst, geluidsfragmenten, oud (archief)materiaal……
- sluit deze fase af met een voorlopige projectbox waarin de verzamelde ingrediënten tot nu toe zitten……. [zoals woorden, verhalen, beelden, knipsels, citaten, fotografen, ……]
- misschien heb je zelf nog iets dat je aan de checklist toevoegt ….
Ik schreef al eerder dat in elke paragraaf van deze Les 6 een fotograaf ‘aan het woord’ komt met een eigen (al dan niet afgerond) project. Ik heb elk van de fotografen vragen voorgelegd met het verzoek die beknopt te beantwoorden. Dat heb ik vervolgens verwerkt tot een ‘verhaal’. Dat verhaal hebben ze nagekeken en hier en daar een verbetering aangebracht. Met de vijf publicaties komen de overeenkomsten en juist ook de verschillen in ideevorming, aanpak en realisatie goed aan de orde. Verder denk ik dat de projecten inspirerend kunnen werken voor het denken over en het maken van je eigen project.
De fotografen in volgorde van de paragrafen zijn Colette Lukassen, Rob Gerritsen, Gerrit Korn, Gerrit Meerman en Armando Jongejan. Ik ben blij dat deze vijf fotografen hun medewerking hebben gegeven en bedank ze daarvoor graag.
FOTOGRAAF IN BEELD
Colette Lukassen (BMK) behaalde in 2019 en 2020 twee geweldige onderscheidingen met haar werk over de jongen die Emma wil zijn.
In deze paragraaf maken we kennis met haar nieuwe -nog niet afgeronde- verhaal over Nico.
Colette Lukassen over NICO
Nico vecht al jaren tegen haar anorexia.
de rode draad van het project: hoe het voelt om tegen anorexia te vechten.
het levensverhaal van Nico.
Colette: “Op het moment dat een project start en vorm gaat krijgen kan voor mij het doel altijd veranderen. In eerste instantie gaat het mij om te laten zien wat ik als fotograaf zie. Het doel was om anorexia van Nico in beeld te brengen en het te onderzoeken. Voor mij is het ook belangrijk om te proberen de ziekte van Nico te begrijpen. Dit heb ik als best lastig ervaren omdat ik merkte dat ik bang was om haar negatief te beïnvloeden. Dit moest ik bij haar en ook haar ouders neer leggen om dit voor mijzelf los te kunnen laten. Anorexia is een geestesziekte die -ook voor mij- als buitenstaander lastig in te voelen is . Omdat het bij deze ziekte ook om de zichtbare buitenkant gaat heb ik mijn aanpak in mijn beeldtaal bijgesteld. Ook het betrekken van Nico in begeleidende teksten is er wat later bijgekomen. Ik merkte heel sterk dat Nico zelf de controle wil behouden, deze wat andere aanpak geeft daarom wederzijds vertrouwen. Wat mij weer de uitdaging geeft om het volledig haar tekst te laten zijn. Dat tekst-deel laat ik dus helemaal los. Haar gevoel kan vandaag zo anders zijn dan morgen en zo ook haar teksten … het roept bij mij vragen op. Is het écht zo? Of wil Nico zo zijn. Maar het zegt alles over haar, dus goed!”
Wat was destijds de aanleiding om aan het project te beginnen?
“Voor mij geldt dat wanneer ik een nieuw project zoek, het een onderwerp moet zijn dat mij raakt en waar ik vragen over heb. Vaak ook vragen over mijn gedachten, waarom kijk ik er zo tegenaan of is het tegendeel waar? Zelfreflectie dus. Zo heb ik ooit een serie portretten gemaakt van mannen die in mijn ‘allergiezone’ zitten. Waarom voel ik dit, of oordeel ik? Door ze te portretteren moet je letterlijk dichtbij komen, en wat gebeurt er dan?”
“De anorexia van Nico raakt me. Ik heb zelf ook kinderen waarvan je wil dat het goed met ze gaat. Het gaat bij anorexia zowel over het lichamelijke maar zeker ook over de psyche. Ik ben daar nieuwsgierig naar, ik wil het graag begrijpen.
Een meisje met anorexia zat op de basisschool in dezelfde klas als mijn jongste zoon en ik sprak haar moeder regelmatig. Het riep allerlei vragen bij me op en ben ik me ook toen al ‘online’ gaan inlezen.
BEGIN VAN EEN IDEE / PROJECT
“Zoals ik al eerder aangaf, online gekeken naar wat vindbaar is en een film over het anorexia gezien. Dit gaf (wat) inzicht in het gevoelsleven van meisjes in een kliniek. Het was lastig om een anorexia patiënt te vinden die mee wilde werken. Vaak willen ze niet gezien worden en klopt hun beeldvorming niet met de werkelijkheid waardoor er veel angst is. Nico stond in de krant met foto met haar ouders. Het artikel ging voornamelijk over de ervaring van haar ouders en de anorexia van Nico. Op de foto zit Nico in haar rolstoel naast haar ouders. Ik hoopte dat als ze met haar verhaal in de krant durfde, ze ook ‘model’ zou willen staan met haar eigen verhaal. Ik heb haar online gezocht en een privé bericht via FB gestuurd.”
Heb je in die eerste fase nagedacht over hoe je het idee visueel in foto’s zou kunnen uitwerken. Zo ja, was dat één bepaald type foto’s of dacht je juist verschillende vormen te hanteren. Is dat tijdens de uitvoering van het project nog gewijzigd?
“Omdat de psyche niet tastbaar is, heb ik eerst een aantal beelden geschoten waar haar gezicht niet zichtbaar is. Hierin heb ik bewust met reflectie gewerkt, om de emotie -of juist het onduidelijke hiervan- voor de kijker te benadrukken. Het roept hierdoor ook vragen op. Het is als kijker in te vullen. Verder heb ik bewust gekozen om de beelden zachter (minder structuur toegevoegd dan bij andere series die ik heb gemaakt) uit te werken, Nico maakt een hele lieve en zachtaardige indruk op mij, het past beter bij haar. Om de foto kracht te geven zijn ze wel met behoorlijk contrast (zwart-wit) uitgewerkt.
Heb je in deze fase ook nagedacht over de investering in tijd en geld?
“Nee, dit speelt voor mij nooit een rol.”
TYPE PROJECT
“Toen ik begon had ik geen idee over de omvang van het project. Het is vooraf lastig aan te geven hoe lang het mogelijk is om Nico te volgen; het hangt helemaal van haar ziektebeeld af en of ze zelf nog open staat voor het contact. Wel heb ik gemerkt dat hoe langer je aan een project werkt -het verhaal moet wel kunnen blijven ontwikkelen- hoe dichter je bij het model – de mens- kunt komen. Het levert intensere beelden op. Alhoewel ik als docent werk en studenten begeleid in projectplannen en dergelijke heb ik er zelf geen gemaakt. Als fotograaf ben ik een echte doener. Vaak gaat het bij mij van starten, voelen, zien wat er gebeurt en hierop verder inspelen. Wel maak ik aantekeningen over wat Nico mij over haar leven met anorexia vertelt. Zo kan ik daar bij een volgende ontmoeting makkelijker een beeld bij maken dat matcht met haar verhaal. Vervolgens vraag ik haar bij de foto een stukje tekst te schrijven. Ik heb nog niet helder hoe ik het project uiteindelijk vorm ga geven. Omdat de serie nog niet af is en ik ook niet helemaal weet waar het heen gaat. Misschien wordt het een boek omdat de teksten en foto’s elkaar kunnen aanvullen en versterken.”
DE UITVOERING
Welke onverwachte zaken (moeilijkheden, juist heel gemakkelijke dingen) ben je tegen gekomen waar je aanvankelijk heel anders over had gedacht?
“Wat heel fijn is met Nico is dat ze graag gefotografeerd wordt. Ze geniet van de aandacht die ze krijgt na ons gemeenschappelijk ‘posten’ van foto’s . Mensen benaderen haar dan vaak privé om even iets positiefs te zeggen. Lastig is het afspreken met haar. vaak wordt een afspraak geannuleerd of verzet naar een later tijdstip. Het lijkt of ze hierop de controle wil houden. Nou, 10 minuten voor de afspraak annuleren vind ik jammer, vanwege tijd, maar ook omdat ik me erop verheug of de flitsopstelling al had gemaakt. Het is een gegeven dat ik met haar moet ‘meebewegen’ omdat haar fysieke en ook geestelijke gesteldheid elke dag anders is. Ze kan het soms gewoon niet aan. Dan is ze moe of heeft ze een angstaanval. Ik heb daar met haar over gesproken en gezegd dat afzeggen altijd kan maar wel liever eerder op de dag. Tot nu toe is het niet meer voorgevallen.”
Heb je in de uitvoering concessies aan je project moeten doen, waardoor het project uiteindelijk (wat) veranderd is?
“Het ziet er naar uit dat Ik Nico heb leren kennen vrij snel na haar bijna-dood ervaring en dat ze nu aan het ‘herstellen’ is van anorexia. Ze gaat haar angsten te lijf en eet weer. Ze krijgt weer energie. Hierdoor zal de serie wellicht straks meer gaan over haar ‘post-anorexia-periode’.”
VOOR WIE WAS EN IS HET
Welke doelgroep stond je voor ogen toen je met het project begon. Is dat nu anders?
“Eigenlijk de hele buitenwereld. Maar zeker ook jongeren. Mijn eigen pubers roepen aan de eettafel over ‘het meisje dat ze kennen’: “ik snap het niet, als je eet ga je toch niet dood? Doe dan niet zo moeilijk en eet!” Kijk daar zit een stuk onbegrip. Het lijkt zo gemakkelijk, maar de eenvoud van die redenering is bedrieglijk. Dat is ze nu wel duidelijk. Dat onbegrip zit zeker ook bij de directe omgeving van een anorexia patiënt. Zo heeft Nico vriendinnen verloren die vonden dat ze niet eerlijk was over eten. Maar ik zelf hoorde ook tot de doelgroep. Ik vroeg me af hoe het is om ouder te zijn van een kind met anorexia.”
Wat zou je tegen iemand die aan een documentair project begint willen zeggen?
“Voor mij kan een project alleen slagen als het onder mijn huid gaat zitten. Ik denk dus dat je er veel gevoel bij moet hebben. Ook het samendoen -het werken met de ander- in dit geval met Nico is voor mij heel belangrijk. Je wilt tenslotte het verhaal van iemand anders zo eerlijk en echt mogelijk overbrengen. Dus luister heel goed naar die ander.
Wanneer een serie wat langer loopt, helpt het mij om telkens kleine series binnen het grotere geheel – het project- te maken. Daarmee kan ik meer diversiteit binnen het geheel krijgen. Dat zou in dit project met Nico kunnen zijn, door haar bijvoorbeeld in beeld te brengen met haar naasten, haar familie. Maar ook Nico met haar vriendinnen of Nico op de sportschool zou zo’n deelserie kunnen zijn.”
Wat is voor jou het belangrijkste van dit project geweest?
“Goed en intens contact met degene die in het middelpunt van het project staat, in dit geval Nico dus. Het verder ontwikkeling van mijn beeldtaal; ik wil beter worden misschien mezelf wel overtreffen. Ik vind het ook van belang om in mijn werk een herkenbare stijl, ‘mijn eigen handtekening’, te ontwikkelen. Dit soort projecten helpen me daarin en ook geven ze me de mogelijkheid om steeds nieuwe dingen in mijn fotografie uit te proberen.”
Met dank aan Colette Lukassen voor de toelichting op haar meest recente project (in wording) over Nico en het beschikbaar stellen van de foto’s. Nico wil ik ook graag bedanken voor de toestemming om haar teksten bij de foto’s te mogen publiceren. Kijk eventueel op de website van Colette voor verdere informatie en andere projecten.