§ 4.3 MIJN DIRECTE OMGEVING

PLATFORM DOCUMENTAIRE FOTOGRAFIE

Mijn directe omgeving

In deze lessencyclus is dit al weer de 16e paragraaf en we zijn over de helft. In de vorige paragraaf staat de opdracht die je als een start kunt zien van het onderzoek naar een mogelijk nieuw project. In veel van de paragrafen vind je theorie- en achtergrondinformatie. In mijn ogen zijn de ‘verhalen’ van andere fotografen hele belangrijke inspiratiebronnen. De visualisatie van ideeën kan op verschillende manieren vorm krijgen. Dat wil ik in deze paragraaf ook laten zien. Het zijn allemaal vrijetijdsfotografen. Je mag ze wat mij betreft ook semiprofessioneel noemen als je kijkt naar de aanpak en de passie waarmee ze hun projecten gestalte geven. Projecten die gaan over hun directe omgeving, hun leefwereld soms zelfs een hele persoonlijke wereld. Daarmee komt het brede scala waarop de documentaire fotografie zich beweegt ook nog eens aan de orde. Van het bijna journalistieke project van Astrid de Kuijer, het conceptueel vormgeven project van Carla Vermeend tot de autonome documentaire van Jan Moes. We -jullie en ik- gaan het zien!

Astrid de Kuijer

“Brandhaarden in de wereld maken dat mensen op de vlucht slaan. Politiek geweld en zware leefomstandigheden maakt dat mensen huis en haard verlaten. Mensen vluchten voor natuurgeweld. Als noodhulpverpleegkundige bij Humedica International Aid heb ik gewerkt in o.a. vluchtelingenkampen in Darfur, Sudan. In Libanon, Grieks-Macedonië, Servië en onderweg op de Balkanroute.

“Fort Europa sloot z’n grenzen. Oorlogen, vervolging en honger bleven bestaan.”

Tijdens mijn werk maakten vluchtelingen grote indruk op me. Ieder had z’n dramatische verhaal. In een kamp of onderweg met kleine kinderen, met opa, oma, met invaliden, alleen, met vrienden. In Libanon langs de grens met Syrië maar ook gewoon dicht bij huis in Servië en Grieks Macedonië. Natgeregend, koud, moe, ziek, gewond. Velen heb ik mogen fotograferen.

Fort Europa sloot z’n grenzen | © fotografie Astrid de Kuijer

Terug in Nederland besloot ik deze fotoseries af te sluiten met beelden van aangekomen vluchtelingen in ons land, met de focus op hun toekomst. Participeren, de taal leren, een opleiding volgen, een bestaan opbouwen.

De plek hiervoor vond ik in de Eurowinkel van de Delerij in Driebergen. Waar vluchtelingen vrijwillig werken in de winkel van tweedehands boeken en kleding, om leer-werkervaring op te doen en de taal te leren. Met de opbrengst kunnen vluchtelingen een (vak)opleiding doen en gezinnen herenigd worden.

De Eurowinkel | © Astrid de Kuijer

Ik heb deze vrijwilligers tijdens hun werk mogen fotograferen en wil hiermee hun gezicht laten zien. Van anonieme vluchtelingen naar mensen met een verleden en hoop op de toekomst. Sommige vrijwilligers wilden wel iets kwijt over hun verleden en over hun hoop. De vluchtverhalen werden vermeden.”

Astrid vertelt persoonlijke verhalen

“In de Eurowinkel ontmoet ik Baran (37). Ze woonde in Shiraz, een grote stad in het zuiden van Iran. Ze werkte daar in de architectuur en als sportcoach. Is sinds 2019 in Nederland en woont met haar man in het AZC in Leersum. Baran is vrijwilliger in de Eurowinkel. Samen waren ze op een punt gekomen dat het zo niet langer ging, ze moesten er echt weg. Op mijn vraag of ze wil vertellen waarom dat was, gaat ze niet in. 2x Per week krijgt ze taalles van Klaas, een gepensioneerde taalcoach. Baran spreekt goed Engels maar wil alleen in het Nederlands met mij praten en dat gaat haar goed af.”
“Kossi (47) is al 17 jaar in Nederland, heeft daarvan 15 jaar in diverse AZC’s gewoond. Hij werkte in Togo als lasser. Inmiddels heeft hij een woning in Driebergen, een plekje voor zichzelf.
In Togo was het politieke klimaat zodanig dat hij er niet veilig was. Zijn ouders zijn dood. Hij heeft nog een broertje en een zusje, die zijn naar een buurland van Togo gevlucht, hij heeft geen contact met hen. Kossi werkte jaren in de Eurowinkel. Hij heeft sinds kort een vaste baan bij een grote bouwmarkt.”

Beata Stawiarska

“Ik heb deze serie gemaakt tijdens het landelijke mentoraat met Bondsmentor Louis Visseren. Ik liep al langer met het idee om een documentaire serie te maken over mijn buurman Henk.”

“Voor mijn werk fotografeer ik kinderen en gezinnen op een documentaire manier, dus mijn passie voor dat soort fotografie is er al langer. Henk ken ik al langer omdat hij mijn directe buurman is. We wonen in een dubbel huis dat gebouwd is door zijn vader en zijn oom.”

Buurman Henk

“Hij woont zijn hele leven al in dit huis. Inmiddels al jaren alleen, omdat hij nooit getrouwd is geweest. Ik heb gevraagd of ik hem een tijdje mag volgen met mijn camera en hij ging meteen akkoord. Ik vind zijn eenvoudig leven fascinerend; hij is gelukkig met zijn leventje zoals het is. Elke dag dezelfde rituelen, de routine van alledag.  Henk heeft vroeger bij een meubelmakerij gewerkt, ik denk zo’n beetje zijn hele leven. Ik heb affiniteit met ouderen en luister graag naar hun verhalen ‘van vroeger’. Het gaat dan vaak over onze wijk, Brakkenstein in Nijmegen, en natuurlijk zijn huis waar ze met 14 mensen hebben gewoond.”

“Ik zou graag willen dat er meer interactie zou zijn tussen jonge gezinnen en oudere bewoners van zo’n wijk. Ik denk dat we allemaal daarvan zouden profiteren. Dat gebeurt helaas weinig.”

“Zijn huis is heel bijzonder; er is al die jaren weinig aan gedaan De muren zijn bruin geworden, de verf bladdert eraf. Henk kan nauwelijks lopen en we zijn inmiddels zijn mantelzorg geworden. Ik vraag me soms af of het zonder mijn fotoproject ook zo zou lopen, want we hebben op die manier toch wel een band gekregen. Ik maak nog steeds af en toe foto’s maar deze serie is voor mij eigenlijk wel af. Ik ging ook wel met hem op pad en maakte dan ook foto’s. Deze serie heb ik gebruikt voor de BMK-inzending en mede op advies van de mentor heb ik uiteindelijk voor de ‘binnen’ foto’s gekozen.”

“Ik vind zijn band met mijn dochter van bijna 5 echt heel speciaal en probeer dat ook vast te leggen. Misschien wordt dat wel een nieuwe serie?”

“Voor mijn project ging ik gewoonlijk een paar keer per week bij hem langs en maakte spontaan foto’s. Ik werk eigenlijk altijd intuïtief en zoek naar mooi licht en details in zijn huis. Ik observeer hem graag tijdens zijn dagelijkse bezigheden.  Ik probeerde ook vanuit zijn perspectief te kijken; zijn gang die hij ziet als hij uit de lift stapt met de foto van zijn vader op de muur. Met zijn Moeder had hij geen goede band; het viel mij dan op dat haar foto niet aan de muur hing. Op een gegeven moment moest de serie aangevuld worden met wat specifieke scenes omdat het eigenlijk om een dag uit zijn leven zou gaan. Dus ben ik bewust ‘s avonds laat gaan fotograferen, voordat hij naar bed gaat. Hij vindt alles prima; ik denk mede omdat hij autistisch is (dat zeggen zijn zussen ook). Hij vraagt ook regelmatig hoe het gaat met mijn serie en wat ik ermee heb bereikt. Dat vind ik mooi.”

Carla Vermeend

Een kijkje in de keuken

“In Woerden, de meest gemiddelde stad van Nederland, wonen wij met meer dan 100 verschillende nationaliteiten samen. Ik hou van die diversiteit. Mijn uitdaging gedurende drie jaar (van 2015 t/m 2017) is geweest om zoveel mogelijk verschillende nationaliteiten te fotograferen. In de keuken, hun meest favoriete, traditionele maaltijd kokend.

Waarom? Ik wil mijn stadsgenoten laten zien dat zij al heel lang samenleven met meer dan 100 verschillende nationaliteiten en hoop dat door middel van een kijkje in de keuken meer begrip en interesse ontstaat voor elkaars cultuur. 

Een kijkje in de keuken door Carla Vermeend } © Carla Vermeend

“Ik heb dit gedaan door niet alleen te fotograferen, maar ook door positieve aandacht te geven door middel van allerlei activiteiten, zoals presentatie cultuurcafé, aanwezigheid tijdens een manifestatie in het kader van de Nationale Vrouwendag, presentatie bij de gemeente, dag van de inburgering en een picknick met alle nationaliteiten, met expositie tijdens het Kunstpark in Woerden. Maar ook door middel van interviews, zoals het AD, de plaatselijke krant, radio-interview en TV. Uiteindelijk heeft mijn project ‘In de keuken’ heel veel exposure gehad, wat hopelijk een bijdrage heeft geleverd aan wederzijds begrip. De uiteindelijke serie bestaat uit foto’s van 60 verschillende nationaliteiten, wat een heel mooi beeld geeft van de inwoners van Woerden.”

Carla Vermeend heeft heel wat documentaires gemaakt waarbij ze ook vaak de typologische benadering koos. Neem zeker een kijkje op haar website.

Peter van Tuijl

Ik ontmoette Pieter voor het eerst in maart 2014. Zijn buurman had de afspraak gearrangeerd. Hem had ik ruim daarvoor op mijn expositie ‘portretten en verhalen’ ontmoet. Dat toeval bracht me bij Pieter, een kluizenaar én kunstenaar. Ik zou hem bijna vier jaar volgen, met hem op pad gaan, zijn kunst leren waarderen, genieten van zijn gesprekken en zijn leven dicht bij de natuur leren kennen. De eerste keer dat ik hem sprak en vertelde dat mijn naam Peter is, zei hij “dat is niet zo goed. Mijn naam is eigenlijk ook Peter maar op school plaagde ze me heel erg en nu heet ik Pieter. Dat is beter.”

Pieter, een bijzondere man

Pieter ‘binnen en buiten’ zijn domein

Pieter woont op de boerderij die eens van zijn ouders was. Vriend WillyPeter is dagelijks in de schuur van Pieter te vinden. WillyPeter, eveneens kunstenaar én kluizenaar, komt de meeste dagen in de loop van de middag en gaat ’s avonds weer naar zijn eigen ‘huis’, een open plek in het bos.

WillyPeter in de schuur van Pieter.

Twee mannen die weliswaar geen cultuurfilosoof zijn, -en ook geen ecologische vluchteling-, maar wel heel dicht bij de natuur leven en rijkdom niet vertalen in materiële zaken. Een computer hebben ze niet, een TV evenmin en ik heb zelfs geen radio kunnen ontdekken.

Een van de kamers waar Pieter een schat aan boeken, knipsel over kunt en magazines bewaarde.

Wel veel boeken en knipsels van kranten en tijdschriften over kunst en cultuur dichtbij en ver weg. Het zijn kunstenaars, ze schilderen en maken muziek. Het zijn ook kunstenaars die het instrument van het leven bespelen; op hun manier, wars van luxe. Voor mij, die hecht aan enige regelmaat en burgerlijkheid, was die levenswijze een gewaarwording die ik nog niet eerder van zo’n nabijheid had meegemaakt. Een manier van omgaan met de wereld, die door sommigen betiteld wordt als ver van het echte leven, ver weg van de werkelijkheid. Als zodanig zou je hen naast kunstenaars ook kluizenaars kunnen noemen. Mannen die zich enigszins verstoppen voor de buitenwereld die hen wellicht teveel op de huid zit als het gaat om het gangbare leven. De aanraking met hun leven leidde voor mij soms tot fronsende wenkbrauwen; over dingen die ik niet gewend ben en die niet in mijn ‘gewone’ leven voorkomen. Maar tegelijkertijd was het een rijkdom voor me. Ik heb veel ‘geleerd’ en ben blij dat ik ze ontmoet heb.

Hoewel ze dagelijks op dezelfde plek waren deden ze niet zo heel veel samen. In die vier jaar heb ik minder dan tien foto’s van hen beiden.

Pieter stierf op 2 december 2019, alleen. Hij was zes weken eerder gevallen en na twee dagen met een nieuwe heup moest hij van de artsen tijdelijk naar een verpleeghuis om te revalideren. Hij weigerde dat, ging zijn eigen weg, naar zijn eigen boerderij, zijn vertrouwde omgeving. Een inwendige infectie werd hem fataal, temeer daar hij een nieuwe behandeling in het ziekenhuis niet wilde. Zijn dierbare plek waar hij al meer dan 30 jaar alleen woonde, werd zijn laatste rustplaats.

Begrafenis van Pieter op het kerkhof waar ook het graf is van zijn ouders. Het graf waarop het kruis prijkt dat hij als kunstenaar gemaakt heeft.

In maart 2017 verscheen het boek Huis & Habitat over beide mannen en tegelijkertijd een expositie in Gallery FOTO 21 in Bredevoort. Bovendien mocht ik van 2017 tot 2018 een flink aantal lezingen over Huis & Habitat geven. Deze lezingen, sponsoring en crowdfunding hebben dit project mogelijk gemaakt. Op een pagina van mijn website kun je meer over het project vinden.

een verrassing …

Begin februari kreeg ik een mail van Theo Uittenbogaard. Theo schreef me naar aanleiding van een blog die ik in december 2019 plaatste over het overlijden van Pieter. Theo Uittenbogaard schreef: “Nadat ik zijn vertrouwen had gewonnen, filmde ik Pieter voor de KRO-televisie in december 1970. Het was een van mijn eerste opdrachten. Ik bezocht hem nog een keer toen ik in de buurt was, een decennium of twee later. Hij bleek nog steeds in de boerderij van zijn ouders te wonen. In 2013 probeerde ik opnieuw contact met hem op te nemen, omdat dit tv-portret van hem zou worden getoond in een compilatie van mijn werk. Tevergeefs. Hoe droef te vernemen dat hij in december 2019 is overleden.” Googelen op de naam Theo Uittenbogaard leverde tal van hits op maar nog belangrijker een schat aan youtube video’s die hij in de afgelopen bijna vijftig jaar maakte. Kijk op de site van Beel en Geluid voor een nadere kennismaking en ga beslist naar zijn Youtube kanaal voor meer video’s.

film van Theo Uittenbogaard bijna vijftig jaar geleden over Pieter Derksen | met dank aan © Theo Uittenbogaard

Jan Moes

Het kale landschap, de grote zwarte vlakken, de leegte in het beeld en de soberheid van beeldonderdelen kun je beeldstijlkenmerken noemen van de foto’s die Jan Moes in zijn project Lytse Jonge bijeen bracht.

© Jan Moes

De beklemming van een jeugd.

Is het de jeugd van de auteur? Is het een biografische visualisatie wellicht of schotelt Jan ons een wereld voor waarin iedereen naar zijn eigen jeugd kan kijken; beklemmend en bevrijdend tegelijkertijd.

De inspiratiebron voor deze serie was het gedicht Lytse Jonge van Tsjêbbe Hettinga. Jan Moes bracht zijn jeugd door in Friesland, net als de ‘kleine jongen’.

Met zijn serie laat Jan zien dat hij van het landschap houdt, maar ook dat het zich deels verbergt en als een mysterie overkomt. De serie heeft aan het begin relatief veel lichtere beelden en eindigt donker maar steeds blijft er licht in de duisternis. De serie komt heel persoonlijk en autonoom over en het verband tussen de foto’s oogt heel associatief. Ik heb Jan niet gevraagd op welke manier hij zijn serie heeft geordend. Ik denk dat er rationele verklaringen zijn te geven, maar vermoed zeker ook meer gevoelsmatige en emotionele gronden die het eindresultaat hebben bepaald.

Over de opbouw van licht naar donker in de serie van Lytse Jonge zegt Jan dat dit belangrijk voor hem was omdat de dichter, Tsjêbbe Hettinga, een progressieve oogziekte had en vanaf zijn jeugd steeds slechter is gaan zien. Ook de enigszins ‘vage’ beelden hebben daarmee te maken.

Lytse Jonge

LYTSE JONGE | fotografie © Jan Moes

Met de serie Lytse Jonge behaalde Jan Moes voor de tweede keer het BMK-predicaat (2020). De eerste keer was in 2018 met een serie ook over zijn kindertijd (Bernetiid). Jan maakt graag boeken en veel van zijn projecten zijn ontstaan naar aanleiding van gedichten. Het boek Lytse Jonge is wel een heel bijzonder unicaat op geschept papier en zelf gebonden. Kijk daarvoor naar het korte filmpje op zijn website. Kijk zeker ook naar de serie Bernetiid. Volgens Jan is deze serie het meest persoonlijk waarbij zijn eigen levensverhaal het uitgangspunt was.

Jan vertelt dat hij het liefst kiest voor nabijheid; onderwerpen die dicht bij hem staan en waarmee hij een grote persoonlijke betrokkenheid voelt.

“Dat kan heel breed zijn. Mijn innerlijke belevingswereld is daarbij minstens zo belangrijk als wat ik zie en vastleg. Ik moet een goed gevoel bij een foto hebben, dat is voor mij leidend. En er valt, ook dichtbij huis, nog veel moois te fotograferen.”

“Mijn ervaring is, dat als ik het persoonlijk probeer te maken, de beelden ook universeler worden. Ik vind het mooi als de beschouwer in mijn beelden iets van zichzelf herkent en erdoor geraakt wordt. Zijn of haar interpretatie van die beelden mag wat mij betreft best anders zijn dan dat wat ik er mee wil zeggen. Als een foto iets losmaakt bij een ander, dan ben ik in mijn missie geslaagd.”

Jan is er niet op uit om de ‘eenduidige’ werkelijkheid te tonen. Iedereen mag van zijn foto’s vinden en erin zien wat hij wil. Hij omschrijft het verhaal dat hij wil vertellen voor zich\zelf vooraf zo nauwkeurig mogelijk. Daardoor kan hij zich beter focussen op de beelden in het maakproces en dat schept vrijheid, aldus Jan.

KERNPUNTEN

In deze paragraaf heb je kennis gemaakt met enkele vrijetijdsfotografen die hun eigen (‘dichtbij’) project hebben gerealiseerd. Daarbij zijn verschillende thema’s en benaderingen voorbij gekomen.

  • Journalistiek documentair over een wereldproblematiek
  • een soort van een dagboek met fragmenten van een oudere man
  • een typologie met daarin de verschillen in diverse culturen
  • een informatief portfolio van mensen die buiten de voor ons gebruikelijke werkelijkheid leven
  • een persoonlijke ‘roadtrip’ waarin de reis gaat over de beleving van de (eigen) jeugd

OPDRACHT #4.3

Deze opdracht is feitelijk het vervolg van de opdracht in de vorige paragraaf (#4.2). Daarmee probeer ik je aan te zetten tot een (nieuw) project. Natuurlijk is dit niet verplicht. Het kan zijn dat je daar nu geen tijd voor hebt of geen zin in hebt of dat je al volop bezig bent met een bepaald project. Dus kijk maar wat je ermee doet. Als je aan iets nieuws gaat werken mag je uiteraard dat met me delen (mogelijk met andere deelnemers aan de lessencyclus, maar geef dat dan even aan). De ‘studie vragen’ van de vorige paragraaf waren:

  • Bedenk wat voor jou in je (directe) omgeving interessant is. Misschien is het nog wel sterker en noem je het een passie. Let wel op dat het direct of indirect gaat over mensen/samenleving/…..
  • Is dat interessante (gepassioneerde) idee relevant uitsluitend voor jezelf of denk je dat het ook voor anderen een zekere relevantie kan hebben. En als dat zo is, kun je dan een paar aspecten noemen waaruit dat blijkt.
  • Als je dat interessante idee hebt benoemd en in een paar zinnen hebt uitgeschreven zou je minstens het gevoel/idee moeten hebben dat dit fotografisch uitgewerkt kan worden. Dat het idee te visualiseren is.

Ik wil daar een paar vragen aan toevoegen namelijk:

Zoek fotografen (of andere kunstenaars) met projecten die op een of andere manier aansluiten bij jouw idee of prille begin van je onderzoek. Het hoeft natuurlijk niet een-op-een te kloppen maar het zoeken naar andere projecten kan je scherpen in je bedoelingen. Ook kan het zijn dat je door naar andere projecten te kijken je nieuwe ideeën over HOE je jouw project wilt visualiseren. Misschien zie je ook wel series/projecten met heel verschillende lengtes en kom je tot de voorlopige conclusie dat een kleinere (of juist grotere) serie voor jou waarschijnlijk het beste werkt.

Dus:

1) onderzoek gelijksoortige projecten

2) HOE zijn die gevisualiseerd

3) weet je iets meer over de vermoedelijke lengte van de serie.